Al zes jaar is Harry van der Veen als programmamanager verantwoordelijk voor het TEV-programma (tractie-energievoorziening). Samen met zijn collega’s onderhoudt hij het netwerk aan bovenleidingen en onderstations, dit zijn de elektriciteitshuisjes die langs het spoor staan. “Vergelijk het netwerk met de oplader van je telefoon, maar dan 150 keer zo groot”, zegt Harry. “Hiermee zorgen we ervoor dat de treinen kunnen rijden.”
Tijd en geld besparen
Onder het landelijke programma vallen zeven projectteams. Een structuur die in 2019 is ontstaan. “Tot die tijd pasten we één zo’n huisje per jaar aan. Dat kan natuurlijk prima als los project. Maar vanaf 2019 moesten we meer dan de helft van die huisjes vernieuwen. Door dat programmatisch in te richten, kun je overkoepelend kijken hoe het allemaal efficiënter en eenvoudiger kan. Hoe kun je technisch innoveren, slim combineren en duurzamer werken? Dat bespaart zowel tijd als geld. Een mooie innovatie is bijvoorbeeld dat we niet meer alle bouwactiviteiten langs het spoor doen. We bouwen nu modulair op een centrale plek en hoeven het gebouw daarna alleen nog te plaatsen.”
De rol die Harry vervult, is een combinatie van techniek en politiek. Lachend: “Als collega’s niet weten waar ik ben, zeggen ze ‘die is weer aan het lullen voor spullen’. Want om dit programma tot een goed einde te brengen, is er geld nodig. En dat is best ingewikkeld. Samen met het ministerie en andere stakeholders zoeken we funding voor de projecten. Dat gaat natuurlijk over meerdere jaren. De onderbouwing is daarin heel belangrijk. Waar geven we het geld aan uit?”
We moeten voorspelbaar en betrouwbaar zijn
“We kijken altijd kritisch naar de doelmatige besteding van het geld. Is het echt nodig dat we een bepaald component vervangen? Want als het nog tien jaar mee kan, laten we het zitten. En misschien is een component niet meer geschikt voor de ene locatie, maar kunnen we er ergens anders nog wel wat mee. Het belangrijkste in mijn werk vind ik dat we voorspelbaar en betrouwbaar zijn. Dus als we zeggen: we gaan dit jaar vijf locaties bouwen voor dit geldbedrag, dan is dat zo.”
We kijken altijd kritisch naar de rechtmatige besteding van het geld. Is het echt nodig dat we een bepaald component vervangen? Want als het nog tien jaar mee kan, laten we het zitten.