ProRail wil mensen steden en goederen duurzaam verbinden per spoor en wil vanuit de maatschappelijke relevantie van het spoor, het spoor betaalbaar houden. De instandhouding van het Nederlandse spoornetwerk wordt een steeds grotere opgave. Een groot deel van de spoorinfrastructuur is in de vorige eeuw aangelegd, het spoor wordt steeds intensiever bereden en er worden meer eisen gesteld aan het gebruik van het spoor vanuit wet- en regelgeving. Er is de komende jaren in toenemende mate vernieuwing van de infrastructuur nodig. De kosten voor instandhouding nemen toe door intensiever gebruik, duurdere materialen en hogere lonen, terwijl de beschikbare middelen bij het ministerie van IenW hier niet volledig in voorzien.
ProRail heeft, in een intensief traject met het ministerie van IenW, brede mogelijkheden onderzocht om het verschil tussen het benodigd en beschikbaar budget vanuit het ministerie van IenW voor instandhouding op te lossen. In juni 2024 heeft de Tweede Kamer het BKN spoor vastgesteld. We hebben voor de definitie wat binnen en buiten het BKN spoor valt, in de volle breedte naar de activiteiten voor instandhouding gekeken, inclusief de activiteiten om het spoor klimaatadaptief te maken en te verduurzamen. Hierbinnen hebben we gekeken naar wat we Anders kunnen doen en Minder kunnen doen (versoberen). Het verhogen van de efficiëntie van de eigen organisatie is ook één van de BKN maatregelen.
ProRail is na vaststelling van het BKN spoor gestart met de implementatie van de besparingen/ versoberingen voor de korte termijn (t/m 2030) en voor de lange termijn (2031-2038). De maatregelen zullen consequenties hebben voor reizigers, verladers, de omgeving van het spoor en/of ProRail zelf. De basis van het spoorsysteem wordt vooralsnog niet geraakt. We zorgen voor een robuust en betaalbaar spoorsysteem door inzet op differentiatie en digitalisering en versoberingen voor Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing (EOV).
Met de maatregelen verlaagt ProRail haar budgetbehoefte t/m 2030 met ongeveer € 1,24 miljard, ofwel € 250 miljoen per jaar met grotendeels een structurele doorwerking na 2030. Het ministerie van IenW heeft daarnaast aanvullende middelen beschikbaar gesteld om het resterende verschil te dekken. Hiermee is een minimale investeringsbehoefte vastgesteld bij het huidige pakket van werkzaamheden. Verlaging van dit kader zal gevolgen hebben voor de prestaties van ProRail en de werkbeleving van haar medewerkers.